Alles is voortdurend
in verandering

geschreven door Riek Bakker
voormalig directeur Stadsontwikkeling Rotterdam

in verandering Als we denken over de nabije, maar ook de verre toekomst van de stad, weten we één ding zeker: alles verandert. Dat zal altijd zo blijven. Het is dus zaak steeds de focus op de horizon te richten. Niet alleen op de horizon van vandaag, maar zeker ook op die van morgen. Kijken we nu om ons heen, dan zien we veel op ons afkomen: klimaatverandering, energievraagstukken, tekorten op beschikbare en geschikte huisvesting, de manier van landbouw bedrijven en de gevolgen daarvan voor de stad en haar ommeland, et cetera. Tot overmaat van ramp is er altijd wel ergens oorlog; bommen en granaten vernietigen alles in de stad en haar omgeving, stenen en leven. Veel mensen verliezen dierbaren. Dat is heel verdrietig. Tegelijkertijd kan het de achterblijvers ook de kracht geven om hun land opnieuw op te bouwen. Dat is nu al zichtbaar in Oekraïne.

In Nederland hebben we daar ook grote voorbeelden van. Daarbij denken we natuurlijk al snel aan Rotterdam. Direct na het bombardement in 1940 begon de stad al met het maken van plannen voor de wederopbouw. Een gezelschap van internationale deskundigen boog zich over de vraag hoe die moest worden aangepakt. Dat gebeurde onder leiding van Cornelis van Traa, de toenmalige directeur Stadsontwikkeling. Hij organiseerde bijeenkomsten over de manier van wederopbouwen. Van Traa stelde een uitermate belangrijke vraag: willen we de oude stad die we al kenden en die we hadden opnieuw bouwen? Of maken we een nieuw ontwerp voor de stad, interessant, vol betekenis, waarmee we de verschrikkingen achter ons laten? Een nieuwe start, een nieuw begin, in het vertrouwen dat Rotterdam nooit meer zo heftig geraakt zal worden?

Van Traa en zijn collega’s gaven de voorkeur aan een nieuw concept voor het hele centrum; denk als voorbeeld aan de Lijnbaan. Daarmee kregen de stedenbouwkundigen, architecten en vele andere disciplines een belangrijke rol. Spoedig werd ook de bevolking erbij gehaald.
De wederopbouw startte niet alleen fysiek; na de nodige inspanningen van het nieuwe stadsbestuur gingen ook de burgers aan de slag. Zo groeide onder de inwoners het gevoel van trots op hun stad. Samen zetten zij de schouders eronder. Gaandeweg kwam ook de sociale ontwikkeling op gang. Dat was hard nodig, want er was veel leed en pijn, wat overwonnen moest worden. Bewoners voelden dat ze er samen voor stonden – een machtige emotie om de moed er weer in te krijgen en door te gaan. De mensen die in een stad wonen moeten zelf die stad maken en verder brengen. En professionals moeten zich daarbij dienstbaar opstellen aan deze burgers; dát is de manier om de stad van iedereen te maken.

Persoonlijk heb ik vele jaren mogen werken aan de ontwikkeling van Rotterdam-Zuid, waaronder het plan voor Kop van Zuid. Ik heb geleerd dat je dat met liefde en aandacht moet doen, mét de mensen en vóór de mensen. Samen hebben we bewezen dat dat kan en dat het iets heel bijzonders oplevert: een stad voor iedereen. Een inleiding schrijf je niet zomaar, maar voor dit wel heel bijzondere boek heb ik dat met plezier gedaan. Metro 010 laat zien hoe een stad gemaakt kan worden en wie daarbij nodig zijn. De prachtige en overtuigende illustraties nodigen niet alleen uit tot lezen, maar maken dat je ook meteen aan de slag wilt gaan.

Riek Bakker
voormalig directeur Stadsontwikkeling Rotterdam